Direct naar content

Onmogelijke missie om keukenmedewerkers te vinden? Niet als het aan het WerkgeversServicepunt en Leerwerkloket in de regio Amersfoort ligt. Zij leiden statushouders en andere werkzoekenden in een maatwerktraject op tot keukenassistent. Horecaondernemer en kok Gijs Jeulink stoomt de leerlingen klaar in zijn kookstudio en proeflokaal De Munt in Leusden. Tientallen geslaagde kooktalenten draaien inmiddels volwaardig mee in regionale horecagelegenheden. Dat smaakt naar meer.

Het probleem is bekend. De krapte op de arbeidsmarkt is groot, zeker in de horeca. Zie als werkgever dan maar eens de juiste medewerker te vinden. Zoeken naar een speld in een hooiberg, zo lijkt het. Gelukkig bieden het regionale Leerwerkloket en WerkgeversServicepunt (WSP) uitkomst. Wie daar aanklopt, ervaart dat er tóch veel mogelijk is.

Zo ondersteunen zij ondernemers met leerwerktrajecten voor de juiste toekomstige medewerkers. Het traject dat statushouders opleidt tot keukenassistent is een mooi praktijkvoorbeeld dat al vele succesverhalen heeft opgeleverd. Daarvoor werken het Leerwerkloket en het WSP samen met Integratiewerk in de gemeente Amersfoort.

‘Het gaat om mensen die de Nederlandse taal nog niet machtig zijn, maar wel in hun moederland ervaring in de keuken hebben opgedaan en daar graag weer wat mee willen doen’, licht WSP-accountmanager Taco Pijpers toe. ‘Enkele jaren geleden dachten we: hoe mooi zou het zijn als we deze mensen samenbrengen met een bevlogen kok die ze kan opleiden, zodat ze vervolgens met een diploma uitstromen naar werk?’

Lang hoefden Taco en Hans Eijsink, projectleider van het Leerwerkloket regio Amersfoort, niet te zoeken. Ze benaderden Gijs Jeulink, huidig eigenaar van proeflokaal en kookstudio De Munt, die destijds al ervaring had als opleider. Hij had er meteen oren naar. ‘We hebben niet te lang gepraat, we zijn het gewoon gaan doen’, vertelt Gijs. ‘Die pilot was meteen heel succesvol. Van de eerste groep hebben we iedereen ondergebracht in de horeca.’

Basisvaardigheden

In korte tijd zoveel mogelijk basisvaardigheden leren. Dat is het doel van het leerwerktraject. Gijs: ‘Aan het einde van de rit mag je ervan uitgaan dat leerlingen de hygiëneregels kunnen toepassen, snijtechnieken beheersen en eenvoudige recepturen kunnen maken, zoals salades en soepen. En ze kunnen goed schoonmaken, dat is ook belangrijk. Als de leerlingen na twaalf weken hun examen succesvol doorlopen, zijn ze goed inzetbaar als rechterhand van een kok. Ze hebben dan absoluut hun waarde in de keuken.’

Taco Pijpers, Hans Eijsink en Gijs Jeulink in de keuken van De Munt.

Recepturen lezen en begrijpen is de grootste uitdaging vanwege de taalbarrière. Gijs gebruikt handen en voeten om ze uit te leggen en maakt veel visueel. ‘Ik stal keukenmaterialen uit, maak veel gebruik van filmpjes die ze kunnen terugkijken en geef via WhatsApp oefeningen voor thuis mee. Ik probeer me altijd in te beelden: hoe zou het voor mij zijn als ik bijvoorbeeld Afghaanse recepturen moet lezen? Door me in hun situatie te verplaatsen kan ik het beter uitleggen.’

Meedoen als drijfveer

Het leerwerktraject draait op volle toeren. Gijs heeft inmiddels zeven groepen van ongeveer twaalf leerlingen klaargestoomd voor een werkzaam leven in de keuken. Dat is niet alleen leuk om te doen, hij vindt het ook waardevol. ‘De meeste mensen die hier hun opleiding volgen hebben moeite om te integreren in de werksamenleving, maar willen dat wel heel graag. Weer meedoen is hun grootste drijfveer. Sommigen komen van ver en ze weten allemaal dat ze onderaan moeten beginnen, ook al zijn ze advocaat geweest. Dan zeggen ze: al moet ik afwassen, laat me werken. Dat vind ik mooi. En als ik deze mensen een paar jaar later terugzie in een keuken, dan denk ik met gepaste trots: daar heb ik toch een klein steentje aan bijgedragen.’

Taco: ‘Het is ook mooi om te zien hoe de groepsdynamiek zich ontwikkelt. Het zijn heel gemêleerde clubjes, van jong tot oud, van mensen uit de ww tot de bijstand, en iedereen helpt elkaar.’

Regelmatig komen horecaondernemers langs tijdens de praktijklessen. Met een beetje geluk ontstaat er dan meteen een match. Taco: ‘Dat is natuurlijk het hoofddoel, dat leerlingen na hun examen meteen aan de slag kunnen. We proberen werkgevers dan ook al tijdens de opleiding te enthousiasmeren: kom langs!’ Hans: ‘Dan kunnen ze in de praktijk ervaren dat ze straks echt wat hebben aan deze keukenassistenten. Dat lukt heel aardig, want ongeveer zeventig procent stroomt uit naar werk.’

Oplossingsgericht

De opleiding tot keukenassistent staat niet op zichzelf. Hans benadrukt dat er diverse maatwerktrajecten bestaan of gecreëerd kunnen worden. ‘Voor alle sectoren kunnen we iets bedenken. Zo hebben we modules voor het vakgebied transport/logistiek en hebben we een leerwerktraject voor de bouw. Er is veel mogelijk. We hopen dat werkgevers denken: dat is interessant, ik zoek ook specifiek personeel. Kom maar naar ons toe, want vaak is er een oplossing te vinden.’

Een flexibele opstelling van de werkgevers helpt daarbij. Taco: ‘Stel dat iemand drie dagen per week taalcursus volgt en alleen na die tijd kan werken, dan loont het om daarin meegaand te zijn. Die verandering is nodig.’ Gijs: ‘Als je er als werkgever in investeert, krijg je er loyale medewerkers voor terug.’

Bron: wintermagazine OnderNamen Eemvallei